Terwijl het Rijk nog volop bezig is met de plannen rond de
zorg en met name het beteugelen van de zorgkosten, las ik in de krant dat de
Adviescommissie Pakket weer voor één van haar 10 vergaderingen per jaar bij
elkaar was gekomen. In deze commissie wikken en wegen zes externe deskundigen
in een openbare zitting over de adviezen van het College voor Zorgverzekeringen
of de gevolgen van deze voorstellen maatschappelijk aanvaardbaar zijn voordat
ze naar de minister van VWS gaan.
Kort gezegd wordt er gesproken over welk prijskaartje je aan
gezondheid mag hangen, met andere woorden: wat mag een mensenleven waard zijn?
Soms gaat het om behandelingen van levensbedreigende ziekten soms om
preventieve middelen zoals bijvoorbeeld zonnebrandmiddelen. Bij discussies over
zorg wordt heel snel het pad ingeslagen of marktwerking nu wel of niet
bijdraagt aan minder kosten en betere kwaliteit van de zorg. In een eerdere
column heb ik daar al iets over geroepen.
Echter de discussies zoals die plaats vinden in de
bovengenoemde commissie bevinden zich veel meer op het ethische vlak. Ethiek
houdt zich bezig met wat goed en kwaad is. Dagelijks nemen we allerlei
beslissingen, wat een goede keuze is, is soms heel eenvoudig maar vaak ook heel
moeilijk. Het oordelen over welke behandeling nu wel of niet vergoed mag worden
uit de zorgverzekering, wat is kwaliteit van leven en allerlei andere dilemma’s
liggen dus op het bordje van 6 deskundigen (waarbij je de vraag mag stellen hoe
onafhankelijk het advies van deze commissie is als drie van de leden van deze
commissie bij wet bepaald ook bestuurslid van het College voor
Zorgverzekeringen zijn). De nauwe verbintenis tussen politiek en ethiek werden al
door Plato en Aristoteles beschreven, maar liggen ze nu in elkaars verlengde,
heeft de politiek haar eigen ethiek en hoe bepaalt een ideologie van een partij
de opstelling in ethische kwesties?

Als PvdA politicus heb je een bepaald beeld van een rechtvaardige samenleving,
vaar je op sociaal democratische beginselen, zoals solidariteit, recht op een
fatsoenlijk bestaan en vrijheid als kompas maar moet je je soms ook afvragen of
het doel altijd de middelen heiligt. In het geval van de zorg en wat wel of
niet vergoed moet worden schiet het kompas of de sociaal democratische meetlat
toch een beetje tekort en blijft het zoeken naar de juiste beslissing. Op zoek
dus naar je innerlijke kompas met daarbij ter relativering de woorden van de
oude wijze Socrates: “ Ik weet slecht één
ding: dat ik niets weet”